Hulde voor Fred Cotaar, José Verbeek-Cottaar en Maarten van Kleinwee die hun meeuwenonderzoek op het Forteiland in IJmuiden al zo lang volhouden. Zij publiceerden een zeer interessant jaarverslag over 2021 (zie onder). Met 14 jaar onderzoek aan meeuwen en Scholeksters is een zeer interessante reeks aan data verzameld. Hoeveel meeuwen broeden er in 2021? Op 18 mei werd om die vraag te beantwoorden het hele eiland geteld op nesten. De verhouding van Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw wordt bepaald aan de hand van meerdere tellingen op verschillende tijdstippen van de dag tussen eind april/mei. Zo komen de onderzoekers op 106 paar Zilvermeeuwen en 1030 paar Kleine Mantelmeeuwen. De meeuwen hadden een goed broedsucces. Zelden zijn er zoveel uitvliegende juveniele vogels vastgesteld. En ook de Scholeksters deden het wederom goed met 8 uitgevlogen kuikens van 8 broedparen.

Meeuwen en windparken
Volwassen en juveniele Kleine Mantelmeeuwen werden voor het derde jaar gevolgd met zenders als onderdeel van een lange-termijn onderzoeksproject geleid door de Universiteit van Amsterdam (UvA), het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en het project ‘Interacties tussen vogels en offshore windmolenparken’. Na het opzetten van het basisstation op het Forteiland begon het downloaden van gegevens van vogels die waren teruggekeerd uit hun winterverblijven. 13 Adulten keerden terug uit hun wintergebied: 10 die in 2020 een logger kregen en 3 die in 2019 een logger kregen. De adulte meeuwen overwinterden in Engeland, Frankrijk, Spanje, Marokko, Algerije en Senegal. De meeuw die het dichtst bij de kolonie verbleef was het eerst terug, al eind februari, terwijl de meeuw die in Senegal overwinterde vrij laat was en pas in mei terug was. Zowel tracking- als ringgegevens tonen aan dat meeuwen zeer plaatstrouw zijn en elke winter naar dezelfde plaatsen terugkeren en elk jaar op dezelfde tijd reizen. In het jaarverslag is veel te lezen over het vlieggedrag van de vogels. Ook in de stad.

Naast het volgen van de meeuwen en het bepalen van het broedsucces op het Forteiland, wordt er ook gekeken naar het rui-proces van handpennen bij adulte Zilvermeeuwen, het vleugelpatroon van meeuwen en werden er 46 monsters gekomen om te onderzoeken op vogelgriep. Dit doen ze op verzoek van het Vogeltrekstation, Erasmus Medisch Centrum en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Loopkevers en zoogdieren
Nieuw dit jaar was het determineren van 12 soorten loopkevers door Michiel Boeken. Ook alle zoogdierwaarnemingen werden bijgehouden. Buiten de veel voorkomende konijnen werd dit jaar ook een Ree gezien. Dit individu zwom van de vast wal naar het Forteiland. Waarnemingen van Reeën zijn overigens niet heel zeldzaam, er zijn namelijk al meer waarnemingen van Reeën op het Forteiland. Het zijn uitermate goede zwemmers en zij zwemmen na bezoek aan Forteiland weer terug naar de vaste wal. Een andere regelmatige bezoeker van de wateren rond het eiland was een Grijze Zeehond.
Download hier het hele jaarverslag: