Een Bijeneter in de hand

Ik werd waarschijnlijk net zo verbaasd aangekeken als Leo en Ton toen zij hun Werkgroep Bijeneter Zuid-Kennemerland (WBZKL) oprichtten in onze regio. Afgelopen jaar maakte ik namelijk aan mijn mederingers van Vogelringstation AW-Duinen kenbaar, dat we volgend jaar toch eens een Bijeneter zouden moeten proberen te vangen.

Met dit voornemen in het achterhoofd hield ik de websites waarneming.nl en trektellen.nl in de gaten. Op de vogeltelpost Breskens in Zeeland werden begin mei de eerste Bijeneters geteld, niet veel later werd er eentje in onze regio gezien op telpost Parnassia en ook op Texel werden ze gemeld.

Ons ringstation maakt gebruik van vogelgeluid om overtrekkende vogels aan te trekken en in mistnetten of slagnetten te vangen. We nemen van elk gevangen vogel op wetenschappelijke wijze wat biometrische maten en geven ze een metalen ring waarna ze weer losgelaten worden.

In het voorjaar spelen we alleen geluid af van niet-broeders zodat de broedvogels rondom het ringstation niet gestoord worden in hun broedactiviteiten. Zodoende kon ik naar hartenlust het geluid van de Bijeneter afspelen wanneer ik op de ringbaan aan het werk was. En dat wierp zijn vruchten af want op vrijdag 29 mei ving ik rond een uur of 12:00 een adulte Bijeneter op ons slagnet. Het bewijs dat deze prachtige vogelsoort wel degelijk in onze duinstreek voorkomt. Ik vermoed dat Bijeneters veel vaker in onze streek voorkomen dan er gedacht wordt. Door het warmer worden van het klimaat verspreiden ze zich veel verder en gaan op zoek naar broedgelegenheden. Dat deze Bijeneter op ons geluid reageerde is niet vreemd omdat het vogels zijn die in kolonies broeden; als zij andere Bijeneters horen gaan ze daar op af, helemaal als ze als solist rondtrekken.

Ik hoop dat Bijeneters in de toekomst broedgelegenheid vinden en succesvol tot broeden komen in onze regio. In ieder geval is nu het bewijs geleverd dat de leden van WBZKL het bij het rechte eind hadden en ik hoop dat deze prachtige Bijeneter nog eens terug gemeld wordt. Bonnie van der Hulst