Fred Cottaar, José Verbeek-Cottaar en Maarten van Kleinwee deden onderzoek naar de vogels van het Forteiland in de monding van de haven van IJmuiden. Dit was al voor het 12e jaar in successie. Hierdoor is een zeer waardevolle reeks aan gegevens verzameld. Het aantal broedpaar Kleine Mantelmeeuwen schommelt de laatste jaren rond de 1200 en de Zilvermeeuw zakte verder in aantal.
Het broedterrein op het westelijke deel van het eiland werd op 30 maart voor afgezet zodat bezoekers van het eiland niet de kolonie inlopen. Deze afzetting duurde tot en met het laatste weekend van augustus. Dat het van belang is om het terrein zo lang af te zetten werd ook dit jaar weer duidelijk. Gedurende de maand augustus werden meerdere waarnemingen gedaan van vliegvlugge juveniele meeuwen die het territorium van hun ouders nog bezochten en daar werden gevoerd.
Zenderonderzoek
Dit jaar zijn Judy Shamoun-Baranes en Kees Camphuysen begonnen met het volgen van Kleine Mantelmeeuwen uit IJmuiden met GPS loggers. Het project is gefinancierd door TTW- NWO met co-bijdragen van Rijkswaterstaat en het Gemini windpark. Er zijn trackers gemonteerd op 10 volwassen meeuwen en op 9 jonge vogels. Het eerste seizoen was meteen een groot succes, de onderzoekers ontdekten nieuwe en kregen bevestiging van reeds bekende foerageergebieden en ze kregen een schat aan informatie over het dagelijks leven van deze vogels. De Kleine Mantelmeeuwen uit IJmuiden bleven vooral binnen een afstand van 20 km van de kolonie en foerageerden op het land en op zee. Verschillende vogels kenden een enorme plaatstrouw, waarbij zij steeds terugkeerden naar dezelfde plekjes. In het rapport (zie download) een paar voorbeelden van vogels die veel naar Amsterdam vlogen. De jongen bleven de eerste twee weken na het aanbrengen van de loggers dicht bij de kolonie en vergrootten daarna geleidelijk hun bereik. Na hun vertrek zijn de jonge meeuwen gevolgd tot in Marokko, Spanje, Noord-Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.