De scholekster broedt tegenwoordig steeds vaker in de stad

De scholekster komt naar de stad, zo blijkt uit waarnemingen van burgers aan het onderzoek scholeksterophetdak.nl naar het broedgedrag. De eerste resultaten zijn bekend en hebben de verwachtingen ruimschoots overtroffen. Bioloog Rafael Martig, samen met Stichting Onderzoek Scholekster initiatiefnemer van het onderzoek: “We zijn erg verrast over het hoge aantal geregistreerde nestlocaties op daken in stedelijk gebied. En verheugd dat zoveel mensen hebben bijgedragen!”

Veel gegevens verzameld door burgers

Het onderzoek is hard nodig, want het gaat al enige tijd niet goed met de scholekster in Nederland. Deze ‘Bonte Piet’, in stijlvol zwart-wit met oranje-rode snavel, broedt van oudsher aan de kust en in weilanden. Daar is hun broedsucces al lange tijd veel te laag om het aantal scholeksters stabiel te houden. Gelukkig kunnen ze oud worden, tot wel 45 jaar zelfs, waardoor de aantallen scholeksters niet nog sneller afnemen. Scholeksters wijken tegenwoordig steeds meer uit naar de stad om te broeden. Maar de stad kent nieuwe bedreigingen en over deze nieuwe manier van broeden was weinig bekend. Daarom is vorig jaar gestart met dit ‘citizen science’-onderzoek. Dankzij de bijdragen van burgers zijn er waardevolle waarnemingen en gegevens verzameld via scholeksterophetdak.nl.

Resultaten

Rafael Martig is positief verrast: “We hadden gerekend op 50-100 nestlocaties in dit eerste onderzoeksjaar. Maar er zijn er meer dan 1100 doorgegeven! Uit de eerste gegevens kunnen we al concluderen dat blijkbaar veel meer dan de geschatte 5-8% van de populatie scholeksters op een dak broedt. Op basis van een eerste extrapolatie is zelfs een schatting tot 15-20% mogelijk. We zijn verheugd over het aantal burgers dat de moeite heeft genomen om mee te doen. Een aantal mensen heeft zelfs al beschermingsmaatregelen op hun dak genomen om het broedsucces te vergroten. De onderzoeksresultaten lijken aan te geven dat de hoogte van de dakrand, de valhoogte en de mogelijkheid tot schuilen op het dak bepalende factoren zijn voor het uiteindelijke broedsucces. Dat geldt ook voor de beschikbaarheid van water, waarbij het voorjaarsweer ook een rol speelt.”

Help mee voor dit tweede jaar

Het broedseizoen komt er weer aan, gezien de zachte winter wat eerder dan andere jaren. Een paartje scholeksters is meestal trouw aan hun broedlocatie, dus burgers die vorig jaar een scholekster op of nabij een dak zagen kunnen alvast op de uitkijk gaan staan. Iedereen met hart voor deze vogel wordt opnieuw opgeroepen om via scholeksterophetdak.nl waarnemingen door te geven, met gegevens zoals de locatie van het nest en het aantal eieren. Rafael Martig: “In dit tweede onderzoeksjaar zouden we graag per nest meerdere waarnemingen ontvangen. Met deze extra gegevens van burgers helpen we de vogels tijdens hun broedseizoen en kunnen we blijven genieten van deze prachtige vogels in ons land.”

Tips

De website geeft ook tips om de scholeksters in de stad een handje te helpen. Ze leggen hun eieren op platte daken, meestal open en bloot in het grind. Daar zijn ze moeilijk te zien, dus wees voorzichtig. Verstoor de vogels niet en om geef vooral eerst de ogen goed de kost. Jonge scholeksterkuikens kunnen zich heel goed verstoppen. Het plaatsen van een roostertje over afvoeren en openingen voorkomt dat de kuikens daar invallen. En een tip voor zowel burgers als gemeenten: de scholekster is voor zijn voedsel afhankelijk van onder meer wormen en emelten. Dus leve de goed besproeide grasvelden!

www.scholeksterophetdak.nl

Scholeksters op Zuid-Kennemer daken Jos Kluiters Zuid-Kennemerland Natuurlijk 1988